HOPE Verklaring

De Hopkins-Oxford Psychedelics Ethics (HOPE) Workshop Consensusverklaring

De eerste Hopkins-Oxford Psychedelic Ethics (HOPE) Workshop werd in augustus 2023 aan de Universiteit van Oxford bijeengeroepen om ethische kwesties met betrekking tot psychedelica te bespreken.

De organisatoren (BDE, DBY, EJ) streefden naar het samenbrengen van deelnemers met een diversiteit aan achtergronden en perspectieven. De keynotes werden gegeven door een inheemse geleerde en een psychiater; andere aanwezigen waren advocaten en ethici, psychedelische wetenschappers, antropologen, filosofen, ondernemers en schadebeperkende actoren.

De workshop werd georganiseerd vanuit het besef dat het veld van psychedelica zich op een scharnierpunt in zijn geschiedenis bevindt: onderzoek, klinische toepassingen en beleidsinitiatieven breiden zich snel uit. Het gebruik van psychedelica neemt toe en de ontwikkeling van nieuwe systemen voor het reguleren van hun gebruik is al in volle gang. Deze veranderingen vinden plaats terwijl er grote onzekerheid blijft bestaan, zowel over de effecten van psychedelica als over de ethische dimensies rond het gebruik ervan. We erkennen dat er een aanzienlijk risico is op schade alsook potentiële voordelen. Deelnemers aan de workshop bespraken de ethische aspecten van psychedelica, waaronder onderzoeksmethoden, klinische praktijken, geschiedenis, recht en samenleving, spiritualiteit, gemeenschap, cultuur en politiek die zich voordoen met betrekking tot psychedelica.

Ondanks de waarde van deze discussies, blijft de groep zich ervan bewust dat er relatief weinig stemmen konden worden opgenomen in vergelijking met het bereik van degenen die nadenken over psychedelica, en degenen die de komende jaren beïnvloed zullen worden door psychedelica. De deelnemers besloten dat het verbeteren van de resultaten speciale inspanningen vereist om de diversiteit van de perspectieven en achtergronden van deelnemers aan toekomstige evenementen verder te vergroten, waaronder patiënten en gebruikers (niet alleen degenen die baat hebben gehad bij psychedelica, maar ook degenen die er schade van hebben ondervonden), biofarmaceutische bedrijven, inheemse gemeenschappen met een lange geschiedenis van psychedelisch gebruik, en wetgevers en beleidsmakers.

Deelnemers aan de workshop bespraken een concept van het huidige document. Dit document is bedoeld om ons gedeelde begrip van enkele van de centrale ethische overwegingen met betrekking tot psychedelica en een paar aanbevelingen voor het veld samen te vatten. Natuurlijk is er op sommige punten nog geen consensus, en die zal er misschien nooit zijn. Verder zijn er zaken waarover de groep agnostisch was, zaken waarover de groep verdeeld was en zaken waarover we het eens waren dat er meer bewijs en meer discussie nodig was tussen alle belanghebbenden. Niettemin onderschrijven de ondertekenaars de onderstaande standpunten en geloven ze dat ze de moeite waard zijn om over te brengen naar het veld in het algemeen. Meer in het algemeen hopen we dat deze verklaring een nuttige bijdrage is: voor degenen die werken met, onderzoek doen naar of psychedelica gebruiken, evenals iedereen die geïnteresseerd is in het veld.

Inleiding

De afgelopen jaren groeide de trend om psychedelische drugs te ontwikkelen tot goedgekeurde geneesmiddelen Het belang van het zorgvuldig vastleggen van de beste onderzoeks-, klinische en beleidspraktijken voor het reguleren van hun klinische gebruik kreeg daarbij steeds meer erkenning. Er moeten met name best practices ontwikkeld en geïmplementeerd worden om de risico’s voor patiënten te minimaliseren en de voordelen te bevorderen. Er zijn ook problemen op het gebied van sociale rechtvaardigheid die aangepakt moeten worden, zoals het bevorderen van eerlijke toegang en het delen van voordelen met bepaalde inheemse gemeenschappen die al lange tijd werken met psychedelische planten.

Op dit moment domineren klinische toepassingen misschien het discours over het gebruik van psychedelica. Maar de rol die psychedelica in de samenleving hebben gespeeld overstegen altijd al het biomedische domein, en dat zal waarschijnlijk zo blijven. Recente verschuivingen in de wetgeving hebben in sommige rechtsgebieden de strafrechtelijke sancties voor persoonlijk gebruik van psychedelica opgeheven, terwijl in andere rechtsgebieden ‘ondersteund gebruik door volwassenen’ buiten een medische context wordt toegestaan en gelicentieerd. Naast deze verschuivingen neemt ook de belangstelling toe voor minder geformaliseerde toepassingen van psychedelica in spirituele, zelfontplooiings-, welzijnsverbeterende en andere contexten. Dergelijk gebruik blijft in veel rechtsgebieden verboden en hoewel niets in deze verklaring moet worden opgevat als een goedkeuring van illegaal gedrag, blijven dergelijke praktijken serieuze aandacht en overweging verdienen.

We verwelkomen recente analyses van psychedelica binnen de klinische ethiek, evenals vanuit juridisch en regelgevend oogpunt, maar we erkennen ook de noodzaak om de bredere ethische implicaties van psychedelisch gebruik op meerdere analyseniveaus te overwegen. Historische ethische misstappen rond psychedelica, waaronder MK Ultra, misbruik van psychiatrische patiënten en gevangenen, seksueel misbruik en grensoverschrijdingen` door gidsen, en toe-eigeningspraktijken tegenover inheemse gemeenschappen, mogen niet vergeten of herhaald worden.

De ethiek van psychedelica is complex: psychedelische ervaringen kunnen een diepgaande, soms transformerende, psychosociale of spirituele invloed hebben op sommige gebruikers en deze ervaringen worden beïnvloed door sociale en culturele factoren. Een uitvoerige beoordeling van risico’s en voordelen vereist dat we de zaken niet alleen bekijken op het niveau van de individuele gebruiker, maar ook op sociohistorisch, politiek, volksgezondheids- en cultureel niveau. Ook al weten we veel meer over psychedelische stoffen dan 15 jaar geleden, er valt nog veel te leren en verder onderzoek is absoluut essentieel.

In overeenstemming met onze intentie om een aantal centrale kwesties in de psychedelische ethiek en een paar aanbevelingen voor het veld over te brengen, presenteren we het onderstaande als een basis-consensus. In elke genummerde sectie hieronder presenteren we:

  1. ons gedeelde begrip van enkele van de belangrijkste ethische overwegingen met betrekking tot psychedelica (terwijl we ook punten van onenigheid erkennen),
  2. ons standpunt met betrekking tot die kenmerken,
  3. en onze suggesties voor het veld.

I. Erkenning van de bijzondere positie van gemeenschappen met historisch gebruik van psychedelica

II. Voorzorgsaanpak voor het bevorderen van wetenschappelijk inzicht

III. Erkenning van de legitimiteit van verschillende motivaties om psychedelica te gebruiken

IV. Behoefte aan voorlichting

V. Toestemming

VI. Gelijkheid

VII. Gedragscode

VIII. Speciale kwetsbaarheden rond het gebruik van psychedelica en risico’s op misbruik

IX. Belang van onderzoeksbreedte voor het bevorderen van inzicht

X. Verantwoordelijkheid en ethiek in de communicatie

Met dank aan Mayli Mertens.

Ondertekenaars

Edward Jacobs, Brian D. Earp, Paul Appelbaum, Lori Bruce, Ksenia Cassidy, Yuria Celidwen, Katherine Cheung, Sean Clancy, Neşe Devenot, Jules Evans, Holly Fernandez Lynch, Phoebe Friesen, Albert Garcia Romeu, Neil Gehani, Molly Maloof, Olivia Marcus, Ole Martin Moen, Mayli Mertens, Sandeep M. Nayak, Tehseen Noorani, Kyle Patch, Sebastian Porsdam-Mann, Gokul Raj, Khaleel Rajwani, Keisha Ray, William Smith, Daniel Villiger, Neil Levy, Roger Crisp, Julian Savulescu, Ilina Singh, David B. Yaden

Om deze consensusverklaring te citeren

Jacobs, E., Earp, B. D., Appelbaum, P., Bruce, L., Cassidy, K., Celidwen, Y., Cheung, K., Clancy, S., Devenot, N., Evans, J., Fernandez-Lynch, H., Friesen, P., Garcia-Romeu, A., Gehani, N., Maloof, M., Marcus, O., Moen, O. M., Mertens, M., Nayak, S. M., … Yaden, D. B. (2024) The Hopkins-Oxford Psychedelic Ethics (HOPE) Working Group Consensus Statement. American Journal of Bioethics.

De reikwijdte van ‘psychedelica’

Voor deze verklaring denken we aan zogenaamde 'klassieke' of paradigmatische psychedelica, gedefinieerd als stoffen die partiële agonisten zijn van 55-HT2A\-receptoren en die aanzienlijk veranderde bewustzijnstoestanden produceren met veranderingen in affect, cognitie en perceptie. Opvallende voorbeelden zijn psilocybine, LSD, mescaline en DMT. Sommige hiervan (bijv. psilocybinepaddenstoelen, peyote, mescaline) komen in de natuur voor en worden in bepaalde inheemse gemeenschappen gebruikt voor ceremoniële en gemeenschappelijke doeleinden, binnen de context van bepaalde geloofssystemen en gebruikstradities. Andere (zoals LSD en synthetische psilocybine) zijn ontwikkeld door wetenschappers in de afgelopen eeuw en hebben mogelijk andere associaties binnen de westerse cultuur.

De term 'psychedelisch' werd bedacht door psychiater Humphrey Osmond in correspondentie met schrijver Aldous Huxley. Grofweg betekent de term "geestverruimend". In het hedendaagse gebruik heeft 'psychedelisch' het karakter van een clusterbegrip, met paradigmatische voorbeelden in het midden en minder paradigmatische voorbeelden in de marge, met overeenkomstige onenigheid over de vraag of de laatste voorbeelden überhaupt als 'psychedelica' moeten worden beschouwd.

Onder deze meer omstreden voorbeelden zijn MDMA, ketamine, salvia, scopolamine, ibogaïne en cannabis. Deze stoffen, en verschillende bijbehorende gebruikspatronen, hebben een aantal dingen gemeen met de 'klassieke' psychedelica waar we ons in dit artikel op richten: ze gaan gepaard met intens veranderde bewustzijnstoestanden die een paar minuten tot vele uren duren, met de mogelijkheid van aanhoudende effecten die dagen, weken, maanden of zelfs jaren duren.

Deze stoffen verschillen echter op een aantal punten, zoals hun farmacologische werkingsmechanismen, gebruiksgeschiedenis en acute subjectieve effecten. Hoewel sommige van de ethische punten die we naar voren brengen waarschijnlijk ook van toepassing zullen zijn op deze laatste soorten middelen, verbinden we ons dus niet aan bepaalde implicaties in die gevallen en zien we onze verklaring in plaats daarvan als primair gericht op de paradigmatische voorbeelden van psychedelica (d.w.z. klassieke psychedelica zoals psilocybine).